Deze week is de nieuwste editie van de European Innovation Scoreboard (Europese Innovatie Scorebord, EIS) gepubliceerd. Al een kwart eeuw volgt deze jaarlijkse rapportage de stand van zaken omtrent innovatie in de Europese Unie. Nederland scoort wederom hoog genoeg om de titel innovatieleider te krijgen, maar de score is wel iets gezakt. Om de leiderspositie van Nederland ook in de toekomst te verzekeren, stelt het Ministerie van Economische Zaken nieuwe investeringsdoelen.

De EIS brengt in beeld hoe de 27 EU-lidstaten scoren op het gebied van innovatie. Deze score wordt bepaald aan de hand van een aantal factoren, waaronder de toepassing van technisch onderwijs in een land, internationale samenwerking in onderzoek en ontwikkeling, investeringen in innovatie vanuit de publieke en private sector, en de impact van innovaties op productiviteit. Aan de hand van deze statistieken wordt voor elk land een score opgesteld. Dit jaar zijn een aantal nieuwe factoren meegenomen in de berekening, waaronder de dekkingsgraad van snel internet en het gebruik van cloud computing.

Nederland scoort ook dit jaar weer hoog. In de Europese ranglijst staan we derde, na Zweden en Denemarken en net boven Finland. Samen met deze drie Scandinavische landen valt Nederland onder de categorie Innovatieleiders - landen die meer dan 25% boven de gemiddelde score voor EU-landen staan. Maar hoewel de in de berekening van de score meegenomen nieuwe factoren gunstig zijn voor Nederland, dreigen we wel achterop te raken bij Zweden en Denemarken. Daarom heeft het Ministerie van Economische Zaken een nieuwe doelstelling voorgesteld: In 2030 moet 3% van de Nederlandse economie geïnvesteerd worden in innovatie.

Minister Karremans (Economische Zaken): “Onze positie op deze ranglijst lijkt te zeggen: ‘het gaat hier goed met innovatie’. Maar als je beter kijkt, is de eerlijke conclusie dat we allemaal meer moeten doen. We investeren privaat en publiek te weinig in innovatie, brengen onze goede kennis niet voldoende naar de markt en er zijn weinig kennisintensieve bedrijven in Nederland. Andere landen zetten stappen extra, dat moeten wij ook doen. Omdat we eerst moeten verdienen, voordat we kunnen uitgeven.”

Hoewel Nederland over het algemeen zeer hoog scoort op de EIS-ranglijst, halen we qua investeringen nauwelijks de subtop. Wat betreft investeringen in onderzoek en ontwikkeling vanuit de publieke sector staat Nederland slechts tiende. Ook lijken Nederlandse innovaties weinig tastbare marktproducten op te leveren, en leveren onze technische universiteiten relatief weinig doctoraalstudenten.

Om de voortrekkerspositie op het gebied van innovatie te versterken, en om de Nederlandse afhankelijkheid van buitenlandse tech-imports te verlagen, is het daarom belangrijk dat er meer geïnvesteerd wordt in innovatie. Met de doelstelling van 3% wordt de Nederlandse investeringsgraad gelijkgetrokken met landen die op dit gebied hoog scoren, zoals Zweden (3,6%), België (3,3%) en Oostenrijk (3,3%).